onweder - overlaadhaven
- op de nuchtere maag
- op de penning zijn
- op de pijnbank leggen
- op de plaats rust
- op de planken komen
- op de pof
- op de preekstoel staan
- op de proef stellen
- op de rails krijgen
- op de rechte weg helpen
- op de rede liggen
- op de rooster brengen
- op de schobberdebonk lopen
- op de schouder kloppen
- op de sjouw zijn
- op de sprong staan
- op de tafel
- op de tanden knarsen
- op de tast herkennen
- op de tast zijn weg zoeken
- op de tenen gaan staan
- op de tenen trappen
- op de tenen treden
- op de terugreis zijn
- op de thee verzoeken
- op de thee vragen
- op de tocht zitten
- op de trein stappen
- op de trompet blazen
- op de tronk zitten
- op de uitkijk staan
- op de uitreis
- op de valreep
- op de viersprong des levens staan
- op de vingers kijken
- op de vingers tikken
- op de vingers zien
- op de vlucht drijven
- op de vlucht gaan
- op de vlucht jagen